Het jaar begon goed voor het Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum.

Gisteren kreeg het oudenbossche museum een authentieke korwar uit Nieuw Guinea. Het museum is zeer verheugd.

 

Het Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum in Oudenbosch ontving vrijdag uit handen van medewerker en donateur Piet Huesman uit Bergen op Zoom een origineel voorouderbeeld met een bijzondere achtergrond. Huesman, zelf verzamelaar van tribale ‘kunst’, schonk het beeldje aan het NVMO omdat hij vond dat het hier zeer op zijn plaats is.

 

De korwar is afkomstig uit Papoea Nieuw Guinea, uit hetzelfde gebied als de zeldzame zes meter hoge Bisjpaal die het museum bezit. 

Een korwar(-beeld) is een voorouderbeeld van het eiland Biak in de Geelvinkbaai in de Indonesische provincie Papoea. De Geelvinkbaai ligt aan de noordwest kust van het Indonesische Irian Jaya, het vroegere tot Nederlands Oost-lndië behorende westelijke deel van Nieuw-Guinea.

De beelden werden gemaakt om overleden voorouders, die lichaamloos op aarde rondzwerven, een nieuw lichaam te geven. 

Dit betreft een vrij klein exemplaar, mogelijk diende het als onderstuk voor een 

kinderschedel. Het object is oorspronkelijk afkomstig uit een 19e-eeuwse duitse verzameling.

 

Nederlands bestuur verbood gebruik

De korwar is gemaakt van hout (in zeldzame gevallen van kalksteen). Het hoofd van de korwar is in verhouding tot het lichaam groot: waarschijnlijk een overblijfsel uit de tijd dat de korwar bestonden uit een houten lichaam waarop de echte schedel werd bevestigd. Deze werd ook wel binnen in het uitgeholde houten hoofd bewaard.

Het gebruik van schedels voor dit doel werd in het begin van de vorige eeuw op verzoek van de zending door het Nederlandse bestuur op Biak verboden. 

Bij recente exemplaren werd de schedel er bovenop gezet. 

Dezelfde aanpassing geldt ook voor rituelen bij de Bisjpaal toen het koppensnellen verboden werd.

 

advies

Een korwar heeft een ereplaats in het woonhuis, waar de familie hem offers brengt en door bemiddeling van de Sjamaan om advies vraagt. Als het beeld gaat trillen of bewegen, is de beoogde activiteit, volgens de Biakkers, gevaarlijk en moet deze worden afgeraden.

 

Kenmerkend voor een korwar is dat het gezicht meestal rechthoekig is, de neus smal met afstaande neusvleugels, waardoor deze een ankervorm heeft. De mond zit vlak bij de kin en de lippen steken vooruit. Vaak heeft de zittende of staande figuur een soort opengewerkte balustrade voor zich, die hij met één of beide handen vasthoudt. 

Deze balustrade is een gestileerde uitbeelding van twee slangen, want hoewel de korwar een individuele voorouder representeert, verwijst hij tegelijk naar een mythische held die in de oertijd een reuzenslang overwon. Uit behoefte naar symmetrie zijn in de balustrade twee slangen verwerkt.

 

Het Museum Volkenkunde in Leiden, het Tropenmuseum in Amsterdam en het Wereldmuseum Rotterdam hebben tientallen korwars in hun collectie.