Arjaan Hijmans van den Bergh is een oude schoolmaat van me. Samen hebben we de klassen van het R.K. Gymnasium Het Juvenaat doorlopen.

 

Wat een mooi medium kan facebook dan zijn want je kunt zo oude vrienden nog eens aan de tand voelen. En dat deden we dan ook. Lees met ons mee wat Arjaan ons te vertellen had.

Wie ben ik?

Eigenlijk ben ik een dromer. Altijd geweest. Zoals een poes die in het zonlicht ligt te spinnen, dromend over grote werken die vanzelf gebeuren. Alleen, ze gebeuren niet. Daarom zijn het ook dromen.

Die poes heeft een goede uitgangspositie. Ze is tevreden. Zo zit ik ook wel in mekaar. De afgelopen vierenvijftig jaar doorstond ik het een en ander aan lot en leven. “Zo is het”, luidt mijn conclusie, “er blijft genoeg te wensen, maar er is meer dan genoeg te verliezen”.

 

Bergen op Zoom

Ik kwam ter wereld in Utrecht, maar mijn vierde verjaardag vierde ik op het Bolwerk Zuid in Bergen op Zoom. Ik groeide op in dit markante stadje op de grens van Brabant, Zeeland en Vlaanderen. Het zelfvertrouwen van de Bergenaren trilt nog na in mijn borst. Alleen in Amsterdam ontmoette ik een zelfde gevoel voor identiteit. Bergenaren zijn trots, en terecht.

 

Over mijn tijd op het Juvenaat

Ik heb een goede opleiding genoten. Het R.K. Gymnasium Juvenaat Heilig Hart in Bergen op Zoom was in de jaren ’70 een schoolvoorbeeld van de wijkende grenzen tussen traditie en trammelant. De blije paters bestierden een gebouw, waarvan de gangen zich doordeweeks vulden met hormonen en gegil. In mijn herinnering zag iedereen eruit als Neil Young: lang haar, spijkerbroek, loshangend geruit overhemd, pakje shag in de borstzak. Van Jezus hoorde je niet veel, maar het dagelijks lesgeven moet voor de paters ‘ora et labora’ zijn geweest. Goed gedaan, denk ik dan.

In en om het gebouw werd – vooral op feestdagen - lekker gerookt, getast en geklooid. Maar nooit ontspoorde er iets; het klooster en het omringende park beschermden haar leerlingen.

Het gebouw takelde – lang na mijn eindexamen – toch nog af. Nu wonen er mensen op de plek waar wij vroeger het leven ontdekten. Het zij ze gegund.

Belangrijke waarden die mij van de periode op het Juvenaat blijven, zijn gemeenschapszin en betrokkenheid. Mijn deelname aan een praat- en wandelweekend van Pax Christi was daar de culminatie van.

 

Na het Juvenaat

De boezem van Amsterdam verleidde mij en ik bleef veel te lang hangen. Pas zeven jaar later kon ik de stad, opgeruimd en met een doctoraalbul Medische Antropologie, verlaten. De daaropvolgende achttien maanden bestudeerde ik vanuit een kelder op de Groningse universiteit de bejaarden van zuidoost Groningen. Na deze vervangende dienstplicht belandde ik in Utrecht, bij het Nederlands Centrum Buitenlanders. Deze stichting voor de integratie van minderheden onderging halverwege de jaren ’90 een transformatie, waarna ik onbedoeld projectleider werd bij FORUM. Ik studeerde ook af als psycholoog en werkte deeltijd nog wat in de geestelijke gezondheidszorg. Maar: drieëntwintig jaar lang was ik onafgebroken in dienst van de multiculturele samenleving. Mijn dromen raakten in die tijd wat onder het stof.

 

Weer dromen

Uiteindelijk heeft de minister het gedaan. Hij trok in februari 2015 ‘de stekker eruit’ en FORUM hield op te bestaan. Wat een opluchting, kan ik nu achteraf zeggen. Althans, voor mij. Ik kreeg de gelegenheid om weer te gaan dromen. Met één verschil; de grote werken gebeuren immers niet vanzelf.

Mijn vrouw Gretha werkt al jaren als zelfstandig bedrijfsarts. Nog steeds is zichtbaar hoe zij geniet van haar vrijheid en van het zelfstandig ondernemerschap. Mijn droom? Eigen baas! Ik gooide ervaring met projectleiding, passie voor tekst en gezondheidszorg in de hoge hoed en ... daar was Uitgeverij De Gezonde Pers.

 

Uitgeverij De Gezonde Pers

Een uitgeverij is een lastige onderneming. Riskant, in zekere zin. Er gaat veel geld en tijd zitten. Een boek moet in een redelijke oplage verkocht worden, wil je de kosten terugverdienen. Publiciteit is net zo belangrijk als de kwaliteit van het boek. Daarom ben ik extra blij als een auteur het leuk vindt om presentaties over zijn boek te houden.

Ik geef boeken uit die een bijdrage leveren aan de gezondheid van mensen. Het eerste boek verscheen afgelopen november: De Powerpatiënt, jij en je arts –samen beter van Wil Konings. Het boek helpt je als patiënt betere resultaten te krijgen in je contacten met de gezondheidszorg.

Verder komt er een onthullend boek aan van een vrouw die een geweldservaring meemaakte. Een andere auteur is bezig met een praktisch boek voor Parkinsonpatiënten en twee psychotherapeuten schrijven een boek over omgaan met traumatische ervaringen. Ik wil daarnaast een reeks van essays gaan uitbrengen, die een ‘stempel’ zetten op het debat over zorg en gezondheid. De reeks krijgt vanzelfsprekend de naam ‘Stempels’.

Ik kreeg de mogelijkheid om een boek over geweld en geweldloosheid in de islam en het christendom uit het Engels te vertalen. Maar dat paste niet in een fonds over gezondheid. Daarom richtte ik een nieuw fonds op - een imprint - waarin boeken verschijnen over spirituele en maatschappelijke onderwerpen. De imprint heet Mensaboeken, maar het is gewoon een onderdeel van Uitgeverij De Gezonde Pers. Het eerste boek dat uitkomt heet De Jihad van Jezus. Geweldloos in opstand, geschreven door de Australiër Dave Andrews. Het verschijnt op 25 juli 2016.

Eric Soyeux – een vriend van mij uit de Juvenaattijd – is boeddhist en schrijft een boek over mindfulness en compassie; dat zal ook bij Mensaboeken verschijnen.

 

Hoe verder?

Ik geniet van het ontdekken in het uitgeversvak. Er zijn nieuwe ontwikkelingen. Een boek is niet meer een papieren uitgave en daarmee basta. Bij iedere publicatie hoort een digitale ‘ontmoetingsplek’ voor schrijver en lezers, een landingspagina op het internet. Daar is nieuwe informatie te vinden. Zelfs een ‘app’ hoort erbij, tegenwoordig. Vooral bij educatieve non-fictie kun je allerlei praktische toepassingen bedenken.

 

Dromen is heerlijk, maar iets of iemand moet je wakker schudden om van een droom werkelijkheid te maken.