Vastenavend 2016 zal voor twee vooraanstaande leden van de Boereploeg een heel bijzonder jaar worden: Steketee en De Gróótste Boer. Natuurlijk kijken we als BoZinBeeld.nl terug op eerdere gesprekken die we met deze markante figuren hadden.

 

De Gezagsdrager van het Leutféést beantwoordde dit keer de vragen:Steketee

 

Wat is je volledige naam?

Wally Sep, met de Vastenavend pliessie van de Oòg’eid

 

Wat waren je gedachten toen je gevraagd werd voor deze functie?

Allerlei emoties gaan door je heen; maar blijdschap overheerst uiteraard. Toen ik nog wat jonger was en ook nog niet bij de Stichting zat, leek mij de Nar een mooie functie. Maar met de jaren werd dát gevoel wat minder. Toen ik eenmaal bij de Stichting was, hield ik me daar niet zo mee bezig. Het was meer de omgeving, die je bepaalde functies toedichtte. Na het afscheid van Jan Slokkers werd mij gevraagd om eens, samen met een select gezelschap, te praten over de functie van Steketee. Op dat moment voelde ik me al vereerd om dat te mogen doen. Dit speelde vóór de zomervakantie van 2002. Daarna was het een tijd stil (vakantie); een goede periode om thuis met vrouwlief eens alles goed op een rijtje te zetten. Want zoiets doe je natuurlijk niet alleen! Afijn, ik meen zo rond september, kreeg ik te horen dat de keuze op mij was gevallen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik, van hetgeen er daarna is besproken, niet veel heb meegekregen. Ik zat met m’n hoofd in de wolken.

 

Wat zijn voor jou, als individu, de ‘krenten in de pap’?

In de periode vanaf het Neuzebal tot en met het vallen van de Kraai zijn wij ruim drie weken vrij intensief met ’n ploeg van negen man “onderweg”. De complete club “Prins en gevolleg” (Prins, Gròòtste Boer, Nar, Steketee, adjudanten en chauffeur van de Pèèrse) delen in die periode lief en leed (gelukkig meer lief dan leed!) met elkaar. Het is bijzonder om deel uit te maken van dat gezelschap. Verder vind ik de Intocht heel bijzonder : ik mag de weg vrijmaken voor de Prins! En het enthousiasme, de spontaniteit, de leut die ik aan de kant bij de mensen zie én voel, is hartverwarmend! Ook de Kindervastenavend is één van die krenten: het feit dat je daar op een volle mart op het podium mag staan en een spel opvoert, waarbij kinderen helemaal in opgaan. Geweldig!

 

Wat is voor jou het ultieme Vastenavend gevoel?

Dat is eigenlijk heel verschillend. Dat kan zijn tijdens de Intocht en Kindervastenavend (zie vraag 3). Het dweilen met de kleine krabbekes na de Kindervastenavend; ’n kleine kul die je hand vastpakt en naar je kijkt alsof je een sprookjesfiguur bent. Maar ook kijkend vanaf “de zijlijn”: zien hoe anderen plezier beleven aan het feest.

 

Waar kijk je naar uit elke Vastenavend? En wat zijn je verwachtingen?

Gewòòn…naar ’t ééle féést! ’t Kost oe meschient wel wa d’enersjie, mar ge kreg t’r zoveul vor trug! Ik kijk uit naar iedere Vastenavend; maar in 2013 was wel bijzonder omdat het voor mij de 11de keer was in de functie van Steketee. V.w.b. mijn verwachtingen, ben ik ervan overtuigd dat de krabben elk jaar op een hele leutige en creatieve manier het motto oppakken en ik hoop dat we elk jaar een geslaagde Vastenavend kunnen vieren zonder al teveel problemen in de stad (je blijft toch ‘n “pliesiegent”!)

 

Hoe lang doen je voeten nog zeer nadat je de ‘Vastenavendschoentjes’ uit gedaan hebt?

M’n voeten vallen over het algemeen wel mee; het is meer ’n jezelf stijf-en-stram voelen in heel je lijf, in de dagen erna.

 

Hoeveel ‘Dweil-uren’ heb je achter de rug als ‘Asselewoensdag’ voorbij is?

 Als je bedoelt het incognito en gemaskerd dweilen, dan is dat nagenoeg niet. Als je “in het pak zit”, heb je daar weinig gelegenheid voor. Maar “in het pak”-dweilen des te meer. Overal waar je komt, ga je meestal wel ’n rondje dweilen.

 

Wat is volgens jou het hart van Vastenavend?

’t Geve n’om mekare, ‘t opestaan voor ’n ander, mekare de ruimte geve in de méést goeie en fééstelekke zin.

 

Wat maakt iemand tot een echte dweil?

Agge al dagene, wa d’ierbove as antwoord sta, ken uitstrale; dan zijde vor mijn n’en echte dweil.

 

Er gaan elk jaar weer geluiden op dat Vastenavend overdreven is en dat het teveel kost; wat is je reactie hier op?

‘K mot oe vertelle da’k die geluide nog nooit g’oord eb. Ok al edde gin cent te makke, ge ken ’n fantastiese Vastenavend ‘ebbe. ’t Féést betaal z’n eige trug!

 

Ook de Vastenavend evolueert. Hoe zie je dat zelf?

As ’n goeie n’ontwikkeling. ‘t féést leeft; mot ok leve. As iets leeft, dan zit ‘r beweging in. Ge mot ok mette tijd meegroeie; agge strak en stram in dezellefde jas blef lòòpe val tie vaneiges van ellende uit mekare!

 

Hoe langer je de functie bekleedt binnen Stichting Vastenavend, zeker als Prins, Nar, Steketee of Gróótste Boer, hoe meer jouw persoon als die figuur gezien wordt. Hoe ervaar je dat zelf?

As éél leuteg! K’eb d’r nog nooit last van g’ad. Mense spreke n’oe makkelek aan, kleine kinders op school spreke mijn bekant ’t ééle jaar aan as Steketee.

 

Kun je ons, krabben en krabbekes, een ge’eim vertellen dat alleen de Stichting weet? Of jijzelf?

As t’r ééne n’is, die wit wa d’oew mond ouwe betekent, dan zijn ‘ik da wel! K’eb netuurlek ’n gròòt amsg’eim, van ‘ier tot aan Tokiejo en trug. Één ding ken’ik oe wel verklappe: op de zaterdag van d’n Intocht doen’ik altijd eerst de veters van m’n linkerlèèrs strikke! Mar nie vedder vertelle n’or!

 

Hoeveel schoenzolen verslijt je, of zaddoeke verbruik je, tijdens de Vastenavend?

Schoenzole verslijt ik nie; de zole van m’n lèèrze wel. Mar tege de tijd datte zole ’n bietje dunner worre, dan draai ik ze gewòòn om en dan ken’ik d’r weer ’n tijdje tege n’aan!