En toen was ze weg. Gezinsleden om haar heen, zachtjes keuvelend om haar niet teveel te storen, en ze sliep gewoon in zonder dat ze het merkten. Ma was heen gegaan.

 

Al voor het weekend hadden we afgesproken om niet allemaal tegelijk op bezoek te komen, als ze zondag 27 januari 2019 maar liefst negentig jaartjes jong zou worden. Helaas zat een longontsteking haar dwars en teveel mensen om haar heen zou haar alleen maar onnodig vermoeien. Ik zou dus de dinsdag voor haar verjaardag op visite gaan. De dag die rustig in alle vroegte op mijn werk begon, zou plots volledig ontsporen. Het was het telefoontje van mijn zus die de knuppel in het hoenderhok zou gooien. 

 

‘John, ons Ma heeft aangegeven dat ze geen negentig jaar wil worden. Het is goed voor haar geweest. Ze wil naar Pa toe.’ Zelfs nadat ik mijn mobieltje weer had opgeborgen, drong het nog nauwelijks tot me door. Toch, met iedere gedachte nam de onrust in mijn hoofd toe. Ik werkte nog wat taken af. Echter, de verhulde snikken namen in aantal toe en ik besloot al vroeg Roosendaal achter me te laten en me te melden bij het Bergse verzorgingshuis De Stuijvenburgh. Wat werd ze hier goed verzorgd, ook had ze hier altijd met heel veel plezier vertoefd. Ze was hier gelukkig. Daar was dus nu een eind aan gekomen.

 

An zat nog steeds bij Ma. Even die versnikte tranen toen we elkaar begroetten. Ma lag daar, meer in slaap dan dat ze bij was. Het frêle lichaam zonder veel kleur. Hoe klein was ze eigenlijk geworden, een schim van de moeder die ik kende. Haar zilveren haren inmiddels verbleekt, een teken van de teloorgang van haar levensdrift. An vertelde over het gesprek dat ze met Ma had gehad. Over de afspraak met de dokter, zoveel maanden geleden, waarin Ma al eens had aangegeven nooit als een kasplantje te willen leven. Nu was dan dat moment aangekomen waar Ma bang voor was geweest. Haar slechte gezondheid noopte een constante verzorging. De laatste weken was ze zelfs amper haar bed uit geweest en alles deed haar pijn, zelfs de kleinste aanraking. Het lichaam was op. Ma wist het en had haar wens kenbaar gemaakt. Een wens die wij als kinderen natuurlijk allemaal respecteerden. 

 

Ik was erbij toen de dokter langs kwam. Ze hoorde het verhaal aan, deed haar relaas in alle kalmte aan ons en als laatste richtte ze zich tot dat stokoude vrouwtje in bed. Met haar laatste krachten wist Ma duidelijk te maken dat dit het eindstation was, wat haar betrof. Ze was klaar om daar boven haar grote liefde te omarmen.

Het gesprek duurde nog een tijdje, tussendoor een lange wachtperiode toen de dokter een second opinion aanvroeg. Maar de knoop was doorgehakt. De finale beslissing van Petronella Franken – Paardekam werd gehonoreerd en nog dezelfde avond zou een begin gemaakt worden met het opvoeren van morfine en medicatie, hetgeen tot haar laatste slaap zou voeren.

 

Nog even rekte ik de tijd, nadat de dokter was vertrokken. Dan stond ik met tranen in mijn ogen naast het bed van mijn moeder. Ik pakte haar handen en fluisterde zacht, ‘Ma, oudoe, slaap zacht’. Ma sloeg haar ogen wijd open. Met heldere blik keek ze me aan en kneep me in de handen. Dit was mijn laatste afscheid en ik voelde dat ook zij afscheid nam. Met verstikte stem draaide ik me om en legde hand op de schouder van mijn zus An: ‘Ik ben er vandoor zus, bedankt voor alles.’

 

 

De avond was lang, want ze liep door tot de vroege ochtend waar de wekker me waarschuwde voor een nieuwe werkdag.

Eenmaal op het werk leek alles zijn gangetje te gaan. Ik had mijn leidinggevenden en wat collega’s op de hoogte gebracht. ‘Neem je tijd, als het nodig is’, was hun boodschap.

Het werk drong mijn gedachten enigszins weg. Toch, dat ene telefoontje van mijn broer deed me keihard beseffen dat dit het tweede grote verlies van mijn leven zou zijn. Ma ging op bezoek bij Pa, die al jaren geleden uit ons leven was verdwenen.

Het was na enen, ik droeg wat laatste dingen over en vertrok. Ik liet het werk en mijn collega’s achter me en verdween in de anonimiteit van het alleen zijn.

Ik had nog een radio interview die avond, met mijn naderende boekpresentatie wilde men nog van alles van me weten. Nadat ik nauwelijks de studio gedag had gezegd, ging wederom mijn mobiele telefoon. Mijn broer meldde me dat ons Ma vredig was ingeslapen. En zo eindigde het leven van Ma Franken, mijn eeuwige baken van rust en wijsheid.

 

Urenlange minuten bombardeerden mijn hoofd met herinneringen en gedachten, met onthutsende ontdekkingen en tranen die maar niet wilden verschijnen. De nacht speelde zich af voor de televisie of achter de computer. Slaap klopte zo nu en dan, maar vertrok ook weer ijlings als ik me nauwelijks had neergelegd.

De ochtend kroop in eenzelfde tempo voorbij. Ik besloot even bij mijn motor broer langs te gaan. Mijn auto broer gaf aan liever op zijn eigen manier deze eerste uren als wees te verwerken. Eenmaal in Steenbergen was daar de warmte van mijn schoonzus en de vriendschap van die broer die me al op heel wat motortripjes heeft vergezeld. Deze avond zouden we als gezin bij elkaar komen, maar evenals destijds bij mijn vader was dit niets voor mij. Toen ik dan ook weer in mijn Cube stapte, belde ik mijn zus en deelde haar mede dat ik het met elke beslissing eens zou zijn. Als er kosten waren, hoorde ik het wel. Ook het waken bij mijn zus en het begeleiden als de kist dicht ging, waren niet aan mij besteed. Het zijn die momenten die me te dicht bij mijn eigen ziel voeren. Tranen die mijn keel dichtknijpen, en mijn familie zo dichtbij dat de pijn van het verlies te overheersend wordt. Nee, ik bleef gewoon weer weg.

 

De kroeg bracht me in het weekend wat afleiding en ik gaf de alcoholische versnaperingen de kans om me te versuffen, edoch helaas, de emoties verstopten zich niet achter deze roes.

Zo sleepte ik me tot de dinsdag waarop de crematie plaats vond. Gelukkig had ik ook deze dag weer afleiding. Al voor acht uur in de ochtend meldde ik me bij mijn broer te Steenbergen. Ik zou mijn zus uit Wormer ophalen, opdat ook deze bij de plechtigheid aanwezig kon zijn. Geplaagd met dezelfde kwalen als mijn moeder, en ook geketend aan een zuurstofslang, was het lastig voor haar en mijn zwager John, om de hele tocht te maken. Mijn Cube was wat groter, comfortabeler dan hun auto, bovendien voorzien van aansluiting om haar zuurstofapparaat op te laden. Natuurlijk gingen wij haar ophalen.

 

De plechtigheid begon al bij De Stuijverburgh waar Ma werd ingeladen in haar laatste vervoersmiddel. In een lange rij volgden de auto’s tot de laatste plek van samenzijn.

Alweer die eerste rij, waarop ik moest plaatsnemen. Naast me broers, zussen, zwagers en schoonzussen, en niet te vergeten Tante Frans en Lies, de toegevoegde leden aan ons gezin, toen Frans timmermansmaatje van ons Pa werd. Sindsdien hebben zij altijd deel uitgemaakt van het gezin Franken – Paardenkam. Onbetaalbaar de diensten en vriendschap die zij gaven toen Pa slecht werd, en toen Ma op haar eentje kwam te staan. Natuurlijk hoorden zij op die eerste rij, leden van ons gezin.

 

Opnieuw de dankbaarheid aan mijn oudste zus en mijn zwager. De zaken waren perfect georganiseerd. Het leek vanzelfsprekend, maar ik ken de angst van mijn zus of ze niet ergens verzaakt, of het ergens niet beter kon. Nee An, het kon niet beter en we zijn allen dankbaar voor alles wat je in al die jaren en nu op dit moment op je genomen hebt. Het zal beslist geen sinecure zijn geweest, en daarvan is geen woord overdreven.

 

Er waren mensen die voorlazen, er waren symbolische handelingen, er was muziek. Zelf had ik ook wat geschreven, zoals ook dit keer mijn schoonzus het voorlas. Rustig en beheerst las ze mijn gedicht voor, tot de laatste zin ook haar brak:

 

 

Ma - Rust zacht

 

Haren ragfijn en zo puur zilver 

waardig een gouden lofzang

mijn levenslicht door u geschonken

altijd een baken in mijn nachtelijke uurtjes

 

Bloed mijn bloed, gekregen en geërfd

met al het goede dat in u was

wijzer dan ik ooit zal zijn

maar bovenal, voor altijd in mijn hart.

 

Op uw pad ga ik verder, de blik omhoog

ergens kust u ons pa, uw rust mijn troost

mijn tranen bewijs van mijn liefde

mijn bestaan en mijn wezen, bewijs van uw liefde.

 

Ma, de reis was geweldig, ik heb genoten

mijn pad leidt verder, bekroond met herinneringen

ons afscheid slechts tijdelijk, want ook mijn pad

leidt onherroepbaar tot ons nieuwe samenzijn.

 

 

 

Dit keer hadden we er voor gekozen om nog even bij elkaar te komen op een nabije locatie: Het Appeltje. Hier was tijd voor een condoleance, een bakje soep, hier en daar wat bijkletsen, een broodje, de zinnen verzetten en ook een drankje. Bij aankomst bleek dat er toch een kleine 150 man waren. Ze schoven af en aan, bij die ene handdruk en omhelzing had ik het kwader dan bij een ander. Toch, op een of andere manier ging de dag me wat gemakkelijker af dan de crematie dag van mijn vader. Begin ik te wennen? Of was ik wellicht teveel afgeleid omdat ik mijn zus en zwager ook nog naar huis te Wormer moest brengen. Gelukkig ging mijn beste maat en auto broer mee, het was toch prettiger om in zijn gezelschap dat lange eind uit Noord Holland weer naar het Bergse honk te rijden. Ik dropte Henk om 10:00 uur en reed anderhalve straat verder mijn auto de parkeergarage in. Op naar een nieuwe slapeloze nacht.

 

Nauwelijks een dag later, amper bekomen van dat uurtje doezelen, toonde mijn mobiel een lichtje. Toen ik het bericht las versteende ik. Een van mijn allerbeste maten, hij was nog aanwezig bij de crematie van mijn moeder, meldde me dat zijn moeder plotsklaps en heel onverwacht was overleden. Nadat eerder al mijn oom, een oude schoolmaat, een collega, en mijn moeder uit mijn leven verdwenen waren, bleek nu dus ook dat deze vrouw, die ik al ruim 35 jaar ken als de moeder van mijn maat, de levenden verlaten had. Bij terugkomen op mijn werk, bleek ook een collega van mij een zwaar verlies te hebben geleden, zijn vader was overleden. ‘Het is onze generatie, die nu aan de beurt is.’ Vertelde mijn oudste broer, terwijl hij meewarig keek. Ik geloof hem. Het komt nu veel te vaak veel te dicht bij.

 

Het leven holt voort, steeds meer herinneringen links en rechts vergarend. Maar tevens wordt ze ook uitgehold, steeds minder mensen om die dierbare nalatenschappen van mooie momenten te delen. Daarom immer dat vingertje omhoog. Koester het leven, waardeer en omarm al die mooie momenten. Dat is wat ik van plan ben. Vol gas naar nieuwe ontdekkingen, nieuwe kansen te delen met mooie mensen. Op naar de dubbelpresentatie van twee nieuwe boeken. Het is de voetafdruk die ik wil nalaten, voor wanneer ook ik uit dit leven terug treed. Het doet me ook beseffen hoe precair het leven zelf is.

 

 

Doorzichtig

 

't gevoel ligt

gevoelig

en teer,

haast breekbaar,

achter glas

om te voorkomen

dat het breekt.