Het is zaterdagochtend kwart over negen geweest als ik bij mijn broer Henk voor rij. We hebben vernomen dat de Tolkienwinkel in Leiden 25 jaar bestaat en we dachten eens een ritje die kant uit te maken.

Als Henk instapt merkt hij op dat het weer toch wel een hoop veranderd is met vorige week. Waar toen de kraaien van dak vielen van de warmte, worden ze nu van dak geblazen door een gure koude wind. En de regendruppels dragen nog eens hun steentje aan de kou bij. Even later rij ik het Primulaveld op. Mijn oudste broer Nico staat al met z’n jas aan. Eenmaal ingestapt nog eens naar m’n schoonzus gezwaaid en we zijn op weg. Onderweg gaat het gesprek over van alles en nog wat. Het is altijd gezellig als we met de drie broers op stap zijn. Zonde dat onze vierde broer Sjef niet zo van de fantasie boeken houdt, hij is er dus niet bij. Nico heeft het over zijn tweede boek dat bijna klaar is. Zijn eerste boek, ‘De geheimen van Ihm’, is al uitgegeven en voor z’n tweede boek is hij ook al de mogelijkheden aan het bekijken. Hij is enthousiast, en eigenlijk zijn Henk en ik toch wel trots op hem. Het is toch een mijlpaal om je boeken uitgegeven te zien voor het grote publiek. Na heel wat gekeuvel komen we bij de Tolkienwinkel aan en parkeren we langs de gracht. We zijn vroeg, nog voordat alle officiële handelingen van start gaan, en eigenlijk vinden we dat prima zo. Kunnen we rustig door de winkel lopen en kijken wat er allemaal te vinden is. En dat is erg veel. De liefhebbers van  de verhalen van Tolkien, met name ‘The Hobbit’ en ‘in de ban van de Ring’, kunnen echt hun hart ophalen. Vele verschillende uitvoeringen van de boeken, maar ook juwelen, complete voorstellingen, beelden en allerlei afbeelding staan uitgestald in de vele schappen en wanden. Een dame loopt rond in een heuse uitdossing van één van de koninginnen, en even later komen nog meer verklede mensen binnen. Het belooft een drukke dag te worden. Zo ver laten wij het niet komen, na nog een felicitatie en een groet verlaten we de winkel weer en gaan op weg naar huis. Natuurlijk neem ik de verkeerde afslag zodat we lekker binnendoor kunnen rijden via Zoetermeer en achterlangs Zestienhoven voor we op de ring weer de snelweg op duiken. Onderweg raken we verzeild in een toertocht voor automobielen. Ik sluit achter aan en doe het rustig aan, kunnen we lang genieten van die juweeltjes. Eenmaal op de ring gekomen heeft mijn broer het ineens over Hellevoetsluis. Daar schijnen vroeger de Nederlandse marineschepen zich altijd verzameld te hebben. Nico is een echte schepenfreak, hij weet alles over de Nederlandse marine. Hij geeft aan dat hij nog nooit in die plaats geweest is en eigenlijk toch wel nieuwsgierig is. Als mijn auto het bord Hellevoetsluis ziet, gaat spontaan het stuurwiel om, en mijn broers kijken me eens verbaasd aan. “Ach, het is nog vroeg, en we hebben toch de hele dag de tijd”? Lachend sturen we aan op Hellevoetsluis en niet lang later parkeren we bij de havens. Na een heerlijke maaltijd in de plaatselijke horecagelegenheid aan het water nemen we een kijkje bij wat oude schepen. Een mooie driemaster, nog wat tweemasters, maar ook een oud lichtschip en een opleidingsschip voor cadetten liggen aangemeerd. Na de nodige foto’s met onze mobieltjes gaan we weer op huis aan, natuurlijk binnendoor. Een goed uur later zet ik eerst Nico thuis af en daarna Henk. Het was weer een gezellige dag, maar dat is het altijd als we met de broers samen weg gaan. En nu is het weer tijd om een bezoekje aan m’n stamkroeg te brengen. Proost.