Reportage door Angela Wals -  Met gemak laat VanVelzen tienduizend man op en neer springen en massaal meebrullen met Baby Get Higher. Optreden is z'n tweede natuur. Maar hoe vergaat het deze energiebom op de planken? Daar gelden andere wetten. Dit najaar gaat zijn theatervoorstelling The Rush of Life in reprise.

'Benoem áltijd de roze olifant'. Het duurt even voordat Roel van Velzen (35) dit antwoord geeft. Na de vraag - wat is de belangrijkste theaterwet die je hebt geleerd? – viel er een stilte. Een opvallend moment in het gesprek, want vraag VanVelzen naar zijn theatervoorstelling en je krijgt een uitgebreid, gepassioneerd antwoord, inclusief veel handgebaren. Deze man houdt van theater, zoveel is duidelijk.

 Een roze olifant?

'Als er iets gebeurt in de zaal, moet je daar meteen op inhaken. We hebben een keer een blaffende hond in de zaal gehad. Als ik daar niets mee doe, denken de mensen: heeft hij het wel gehoord? Dan ontstaat er een soort ongemak. Ik was op dat moment aan het vertellen dat ik naar iets zocht. Toen de hond ging blaffen riep ik: 'Mét een blinde geleidehond bijvoorbeeld.' Benoem het, en je kan weer door.'

 Wat doet een hond eigenlijk in een theaterzaal?

'Ehm, het bleek een echte blinde geleidehond te zijn.'

The Rush of Life, naar het gelijknamige laatste album, is de tweede theatertoer van VanVelzen. Beide voorstellingen zijn geregisseerd door Bavo Galama. De roze-olifant-wet komt uit zijn koker, samen met zo'n honderd andere theaterwetten die VanVelzen zich inmiddels eigen heeft gemaakt. 'Bavo is een zegen', zegt VanVelzen. 'Hij daagt me uit, gooit me in het diepe.'

 Hoe daagt Bavo je dan uit?

'Tijdens de brainstorm in zijn huis schoof hij alle meubels aan de kant en zei: alsjeblieft, de vloer is van jou. Houd maar een conference over jezelf. Zonder voorbereiding en met de catch dat ik alleen mocht praten over de dingen die ik niet leuk vind, waaraan ik me erger. Daar zit vaak veel emotie achter. De vervolgvraag was natuurlijk: wat vind je dan wél leuk? Die contrasten creëren een interessant spanningsveld. In de vorige voorstelling heb ik bijvoorbeeld gezegd dat ik niet kan dansen. Sindsdien was het Bavo's uitdaging om mij te laten dansen.'

 Dus je gaat dansen?

Breed glimlachend: 'Dat laat ik even in het midden.'


Aan de hand van een tiental foto's uit zijn gigantische fotoarchief – op dit moment 16.431 stuks - vertelt VanVelzen in de voorstelling over zijn privéleven en zijn belevenissen als artiest. Hij doet een bekentenis. Hij is verslaafd aan foto's maken. Er moet zo veel mogelijk van zijn leven worden vastgelegd. VanVelzen: 'Tegelijkertijd stel ik mezelf de vraag: waarom doe ik dat eigenlijk? En wat heb ik eraan? Het is tegenwoordig zo normaal om met je mobieltje ergens een foto van te maken. Is het leven mooier door een lens? Het is leuk om daar hardop over na te denken.'

 Waar komt die verzamelwoede vandaan?

'Ik heb een geheugen als een zeef. Ik ben bang dat ik anders veel ga vergeten.'

 Het klinkt ook alsof je bang bent om iets te missen.

'Daar gaat het lied The Rush of Life over. Ik ga maar door. Mijn neiging om alles vast te leggen is eigenlijk mijn manier af en toe stil te staan en letterlijk een momentopname te hebben van mijn leven. En later, als ik meer tijd heb en meer rust in mijn kont, kijk ik erop terug en zie ik hoe het was.'

 Is je leven dan niet iets te jachtig?

'Ik heb die input nodig. Dat is inmiddels mijn conclusie. Ik voed mezelf met al die verschillende dingen die ik meemaak. 'Jachtig' is de ene belichting. Je kan ook zeggen: het is heel afwisselend en divers. Juist daardoor houd ik het vol.'

 Ben je snel verveeld zonder die diversiteit?

'Soms lijkt het me fijn om maar één ding te doen, daar heel goed in te zijn en verder niet zo veel interesses te hebben.'

 Heb je weleens een poging gedaan om je helemaal op één ding te concentreren?

'De jongens uit mijn band zijn allemaal waanzinnig goed op hun eigen instrumenten. Neem bijvoorbeeld mijn toetsenist Simon Gitsels. Ik heb weleens gedacht: 'Ik denk dat ik het allemaal zou inleveren, als ik zo goed piano zou kunnen spelen als hij.' Zo je instrument binnenstebuiten keren. Zo één zijn met dat ding en daar het maximale uithalen. Het lijkt mij mooi om te voelen hoe dat is. Maar goed, dat is nu eenmaal niet wie ik ben.'

 Precies, dat is niet wie VanVelzen is. Hij is het tegenovergestelde: een druk baasje. Alles een beetje proberen, alles aanraken. Liedjes schrijven, liedjes opnemen, optreden, reizen, dingen doen met z'n gezin – hij is in april voor de tweede keer vader geworden. Hij zou daarvan niets kunnen offeren en is dus continue druk in zijn hoofd. 'Daarover praten in de theatervoorstelling werkt als een uitlaatklep. Een soort psychologische sessie'.

 Supervrolijk wordt VanVelzen van het idee dat hij straks weer op de planken staat. 'In theater komen alle dingen samen die ik tot nu toe heb gedaan: de losheid en de humor die bij The Voice Of Holland ontstond, de improvisatie van Crazy Pianos, de pianobar waar ik vroeger heb gespeeld, mijn liedjes natuurlijk en mijn band. Doordat wij zo goed op elkaar zijn ingespeeld is deze cocktail mogelijk.'

 Sta je liever in theater of op een festival?

'Lastig. Het zal je niet verbazen; ik wil het allebei. Het voordeel van een theatervoorstelling is dat je alles zelf controleert. Het is je eigen voorstelling, je bent niet een onderdeel van een line-up. Ik kan op nul beginnen met mijn energie en ik kan naar tien. Ik kan een stilte laten vallen. Een festival heeft een ander vertrekpunt. Er is altijd rumoer, er wordt bier gedronken, de versterkers staan voluit. Ook dán ontstaat er een mooie synergie als het goed is, maar in theater kan je veel inhoudelijker te werk gaan.'

 Tussen de foto's van de voorstelling hangen ook je helden: Queen en The Beatles. Als je nu een foto zou moeten weghalen...

'Oké, je laat me dus kiezen tussen The Beatles en Queen? Fijn. Mijn liefde voor The Beatles heb ik van mijn vader meegekregen. Met de 'poplepel' ingegoten zoals hij het zelf zegt. Queen heb ik ooit live gezien als kind, in het Wembley stadion in Londen, waar ruimte is voor 90 duizend mensen. Ik weet nog dat ik dacht: de achterste man is net zo blij met zijn kaartje als de voorste. Freddie Mercury wist het publiek zo te bespelen dat iedereen zich aangesproken voelde. Mijn analyse was, jaren later, dat hij eigenlijk theater maakte, met zijn groteske gebaren, de kroon, de cape. Queen had alles: de songs, de productie, de muzikaliteit van de band en hij was een pianist. Zoals Freddie Mercury concerten gaf, wil ik theater maker. Áls ik moet kiezen, wat dus niet mijn sterkste punt is, haal ik de Beatlesfoto weg. Sorry pap.'

The Rush of Life theatertour trekt van 26 september tot en met 6 december langs de Nederlandse theaters. www.vanvelzenmusic.com