Jean Paul Heck - 21 augustus 2014

Deze middag ben ik te gast bij Jean Paul Heck. Dit in het kader van de rubriek 'In gesprek met'. Voor velen behoeft Jean Paul geen introductie. Velen kennen hem vanwege zijn drumactiviteiten bij bands als 666 The Nightmare en One Day Flies. Maar zeker is hij ook gekend om zijn carrière als muziekjournalist die hem inmiddels in contact heeft gebracht met de grote muzikanten  van de aarde. Even een reisje naar Zwitserland om David Bowie te ontmoeten, of een tripje naar London voor de Rolling Stones; hij heeft alles al gedaan en gezien. Dat blijkt wel als hij thuis weer telefoon krijgt om contact op te nemen met Francis Rossi van Status Quo.

Jean Paul is geboren in Steenbergen, zijn middelbare schooltijd bracht hij door op het Moller Lyceum. Na zijn studie streek hij neer in Halsteren om van daar uit op zijn 23e in Bergen op Zoom te belanden.

Ik hoor van een oud klasgenoot van JP, Henk Franken, dat onze muziekliefhebber elke week wel met singeltjes en langspeelplaten aan kwam sjouwen. Dat moet welhaast een hele grote collectie geworden zijn.

“Ik was een freak, kwam elke week wel in de waterput, bij Bertus en Peter. Ik had ook veel bijbaantjes om dit te kunnen betalen. Al op heel jonge leeftijd was ik bovenmatig geïnteresseerd in muziek, met name rock en pop. Je kunt wel zeggen dat ik voorop liep als je op je 11e jaar al naar Queen of Led Zeppelin luisterde. Queen is wel absoluut mijn favoriet. Dit is wel zo magisch. Toen ik Queen interviewde was dit dan ook een hoogtepunt in mijn carrière.”  Verder komen er in het gesprek allerlei namen als Don Henley en Robert Plant voorbij.

Ik vraag me af of het vanzelfsprekend was dat Jean Paul in de muziekjournalistiek belandde, maar dat viel dus tegen.

“Ik wilde de journalistiek in maar werd uitgeloot. Dus werd het de pedagogische opleiding. Ik ben ook leraar geworden en heb zelfs ook les gegeven in Roosendaal en Tholen. Zo was ik op weg naar de functie directeur op een basisschool of zo. Was leuk maar niet mijn roeping. Dat was en bleef journalistiek. Via Ton Hopmans ben ik op een gegeven moment bij Brabants Nieuwsblad gekomen.  Ik heb zelfs mijn vaste baan als leraar opgegeven voor de journalistiek.”

Voorts verneem ik dat JP op z’n  28e de kans kreeg om in Amsterdam een nieuw muziekblad op te richten. Het was in toen hoofdredacteur Tjerk Lammers hem vroeg deel uit te maken van het nieuwe muziekblad ‘Aloha’. “Dit is een kans die moet je niet laten lopen, dacht ik. Je komt dan wel in een andere wereld, die een stuk harder is daar in het Amsterdamse. Je moet van je afbijten, eigenlijk tegengesteld aan de persoon die ik in wezen ben, redelijk verlegen.” Het legde JP absoluut geen windeieren. Interviews met grote muzikanten als David Bowie, James Brown, Angus Young enzovoorts volgden elkaar in rap tempo op. Het leverde hem onder andere de Jip Golsteijn Journalistieksprijs op. Het is niet waar Jean Paul het om doet, maar het doet hem wel goed. “Vind het vooral leuk om te horen dat mensen mijn stukken leuk vinden.”

Voordat ik JP eindelijk te spreken kreeg heb ik hem al een paar keer gemist omdat hij aan een nieuw project werkt. "Ik werd door Humberto Tan gevraagd om mee te werken aan een zogenaamd 'soundbook'. Het is een biografie van Humberto aangevuld met CD's die samengesteld zijn uit die muziek waarmee hij tijdens zijn leven in aanraking kwam en die hij omarmd heeft." Ik vraag JP hoe hij met deze bekende TV man in aanraking kwam. "Ik heb hem jaren geleden tijdens het North Sea Jazz festival eens ontmoet en naderhand zijn we elkaar regelmatig via het circuit tegen gekomen. We hebben nu verschillende sessies gehad, er  komen er nog een aantal. Ik doe dit samen met DJ Peter Gelderblom.”

JP praat heel gemakkelijk over andere steden, andere plaatsen op de wereld. Hij maakt de vergelijking met Humberto die overal herkend wordt, hij weet dit ook. “Ik zou dit haten, ik ben tevreden met een rol op de achtergrond. Zo kan ik mijn eigen ding doen. Ik ben tevreden zo.”

De laatste tijd hoor je JP ook veel op de radio om over muzikanten en bands te praten. Dat vindt hij prima omdat het over zijn vak en passie gaat. En de radio laat je toch meer in anonimiteit. “Als het dan op TV komt ok, zolang het maar over muziek gaat.”

Ik vraag JP naar andere bezigheden behalve muziek. “Ik tennis nog steeds, maar vroeger deed ik dat nog veel meer. Zo heb ik ook gevoetbald.” Hij lacht er onder, “je zou het nu misschien aan mij niet meer zo zien maar ik was en ben eigenlijk best wel fanatiek.”

Dat fanatisme komt terug in alles wat JP doet. Hij wil overal in excelleren en heeft het motto dat je alleen iets doet als je het goed doet.

JP beseft best dat hij zo gelukkig is dat hij van zijn passie zijn werk heeft kunnen werken.

“Alhoewel, het is gewoon keihard werken.  Ik ken Hollywood ondertussen net als de binnenstad van Bergen. Ben er inmiddels al wel 50 keer geweest. Dat reizen doe je voor je job, het komt erbij. Het eerste jaar is het sensationeel, daarna zakt dat wel in. Ik hou niet zo van die poespas van de showbizz, bv een afterparty ging ik voor de beleefdheid voor een uurtje naar toe.  Dan houdt het wel op. Ik ga op reis om een mooi verhaal te kunnen maken, een mooi stuk op te leveren. En ja, ik gebruik die momenten daar juist voor. In dat opzicht gebruik ik de 'couleur locale'. De reizen en de aanwezigheid op evenementen staan in dienst van het artikel.”

Maar ja, zo kom je nog al eens ergens. Zoals Jean Paul vertelt:”Toevallig ben ik in juli met Leo Blokhuis naar New Orleans en Memphis geweest; 10 dagen. Het werd een zoektocht naar muzikale roots; alle fameuze studio's,  musea en zalen waar de groten der muziekgeschiedenis gespeeld hebben. Was erg leuk, maar Leo en ik kunnen dan ook goed met elkaar opschieten.”

Ik vraag me af:’Wat is een goed verhaal?”  Het antwoord van JP luidt:”Ten eerste als ik het publiek een stuk van de magie achter de mensen kan laten zien, waarbij ik de cliché verhalen kan vermijden.  Bij dit alles probeer ik mijn eigen stijl te hanteren en te behouden. Het is wel anders als je voor de krant schrijft dan wanneer je voor een eigen muziekblad  schrijft.”

Als persoon kijkt JP vaak bij de mensen in de keuken. “Soms moet je waken voor de persoon die je interviewt omdat ze wel eens meer vertellen, zo ook privézaken, je moet ze op zo’n moment  beschermen tegen zichzelf en niet alles klakkeloos publiceren wat ze jou verteld hebben. Ik ben blij dat ik daarin tot nu toe altijd de juiste keuzes heb gemaakt. Het wereldje is klein en je komt elkaar altijd weer tegen.”

Zijn eerste magazine als hoofdredacteur was Off the record. JP kijkt er op terug als een mooi leermoment. Hij heeft nu met muziek.nl een heel eigen blad. Als hoofdredacteur heeft hij dan ook de volle verantwoording. Bepaalde stokpaardjes komen dus beslist terug in dat blad en wellicht dat je daarin wel de handtekening van Jean Paul ziet. Hij is trots op zijn team: “Zo zit Willem Jongenelen tegenwoordig ook in de 'groep' die op pad gaat. Mensen die voor hun passie staan vind ik sowieso geweldig.” Naast de eerder genoemde Leo Blokhuis schrijven ook mensen als Jan Vollaard en Menno Pot voor het blad.

Je kunt aan alles merken dat schrijven over zijn muziek zijn passie is, maar hij heeft er nog één! 666 The Nightmare is in alles het kindje van JP. Hij is overduidelijk trots op de band die volgend jaar haar 15-jarig bestaan kent. “We willen volgend jaar een serie concerten door heel Bergen op Zoom houden ter ere van dat 15-jarig jubileum.” Vol lof spreekt hij over de kwaliteit van de huidige bezetting en de bezieling en het plezier onderling als ze over nieuwe nummers of een nieuw imago denken. Als ik JP zo hoor dan staat ons in 2015 in Gebouw T heel wat te wachten. Sowieso druipt het enthousiasme er van af als hij over zijn band praat. Ik heb hem voor en tijdens optredens gezien en je kunt niet anders dan beamen dat hier een muziekdier bezig is, iemand die leeft voor de muziek en dit met elke ademtocht beleeft. “Weet je wat ook leuk is Sonn, we gaan bij voorbeeld spelen in Café De Fles in Steenbergen, dat wordt zo’n beetje de eerste keer dat we in Steenbergen spelen terwijl we er toch met drie bandleden vandaan komen.”

Het eerste boek van JP kwam in 2007 uit en heette 'Fuck you very much!'. Het was een boek dat allerlei interviews bevatte die hij in de loop der jaren afgenomen had. Er zit een tweede boek aan te komen dat ook weer een muziekboek zal zijn. “Over 15 jaar schrijf ik nog steeds. Maar ik heb ook andere projecten in mijn hoofd. Zou ook best wel eens een biografie van een interessant persoon als een Anouk willen schrijven. Daar is het nu echter te druk voor. Het zelfde enthousiasme van 25 jaar is er nog steeds.”

Ik vraag me af of JP's leven zo compleet is, of er nog wel dromen zijn? "Ik zou nog eens graag kinderboeken schrijven. Misschien dat daarin de leraar in me naar boven komt. Maar dan heb ik tijd nodig want ik wil het dan wel in één keer goed doen."

Het is typerend voor de man die Jean Paul Heck is; vol passie, integer en de drang om iets neer te zetten.